Zondebok

We wonen samen, we renoveren samen, we leven samen en we bevolken samen. Toch hoeft er maar iets te gebeuren en we zijn minder samen. Dan vervalt de gezamenlijkheid en staan we tegenover elkaar. Zowel in het groot als in het klein. Dan ontstaat er een soort van bitterheid.

Ik maak mij er zelf (helaas) ook regelmatig schuldig aan. Als het overdag wat anders loopt dan dat ik in gedachte had. Of als er in het verkeer wat tegenzit. Of als er thuis in het gezin iets niet helemaal gaat zoals verwacht. Hoe komt dat nou zo jongens? Hé, hadden we dat niet beter kunnen voorbereiden? Nou, lekker hoor, je weet toch dat ik niet van knoflook hou? Dan zoek ik een zondebok en loop ik te mopperen.

Op onze projecten loopt natuurlijk ook niet altijd alles op rolletjes. Met zoveel mensen die erbij betrokken zijn kan dat ook niet anders. Het kan zijn dat er een hele planning doorschuift, omdat er bepaalde materialen net niet op tijd zijn. Soms is een bewoner niet helemaal tevreden, omdat hij dacht dat het anders zou worden. In andere gevallen kunnen we gewenste maatregelen niet uitvoeren omdat er geen budget voor is. Alles is zo duur geworden. Dan zoeken we een zondebok. Het geld, een leverancier, het weer of de bewonersbegeleider. Want tuurlijk kan het soms ook aan ons liggen. En dan kan het best even bitter zijn.

En wat denken we van ons eigen Nederland. Kijk gewoon eens terug naar een paar debatten in de Tweede Kamer. Of kijk eens naar de problemen rondom stikstof. Of naar alle vluchtelingen die buiten moeten slapen. Onze medebewoners in armoede. Alle kinderen die ergens de dupe van zijn. Waar ligt dat dan aan? Hoe vaak horen we daar niet van allerlei zondebokken? De boeren, het kabinet, de hoge voedselprijzen, corona, en ga zo maar door. Medeburgers gaan ervoor op de snelweg zitten. Protesten in de grote steden. Zondebokken te over. Bitterheid te over.

Dan na nog een stapje verder; onze wereld. Ik durf er af en toe niet meer naar te kijken. Vaders die hun kinderen moeten begraven. Soldaten opengereten op het slagveld. Gebieden helemaal afgebrand. Steden ingestort door een aardbeving. Stromen met mensen op de vlucht om iets beters te bereiken. Je moet sterk in je schoenen staan om al dat verdriet nog te kunnen verdragen. En oh, wat zijn hier veel zondebokken. Aardplaten, opwarming van de aarde, historie, meningsverschillen. Het gaat mijn pet te boven. Wat een bitterheid.

En dan komen toch de psalmen weer om de hoek. Ik hóu erg van de psalmen. Ze bieden altijd het juiste perspectief. In dit geval werd de vinger gelegd bij psalm 102 vers 12. Best wel een onbekende psalm. Vooral de vijfde regel trof mij erg; ‘Als de volken saâm vergaren’. Wat? ‘Als de volken saâm vergaren’. Echt waar? Staat dat er? Gaat dat nog lukken? Wanneer dan? Hoe ver ligt dát buiten ons bereik! Maar toch geloof ik het. Dan zullen de kanonnen zwijgen. Dan stoppen de blokkades. Dan zijn er geen klachten meer. Mijn gemopper is dan over. ‘Als de volken saâm vergaren’; de Jood en de Gazaan; de ME-er en de A12-zitter; de klant en haar bewoner; mijn vrouw, kinderen en ik. Dan wijzen we niet meer om ons heen. Dan zoeken we geen zondebok meer. Dan kijken we naar het Lam. Hét Lam, dat al de zonde van de wereld al heeft gedragen.

Dus zij ’s HEEREN naam geprezen, En in Sion eer bewezen; Dus hoor’ elk de vreugdestem, In het blij Jeruzalem; Als de volken saâm vergâren, Zich met ’s HEEREN erfvolk paren; Als de koningen zich buigen, En Hem hun ontzag betuigen.

En tot die tijd hoeven wij maar één ding te doen; Sursum corda. Omhoog de harten.